Het is rond het jaar 1500. Pietro Vannucci, afkomstig uit de omgeving van Perugia en daarom Pietro Perugino genoemd, is op het hoogtepunt van zijn carrière als kunstschilder. Hij krijgt de opdracht een schilderij te maken voor een kapel in de San Giovanni in Monte te Bologna. Het wordt de Madonna met kind en vier heiligen, een manshoog altaarstuk geschilderd in olieverf. Het gebruik van olieverf is op dat moment nog vrij nieuw en het werk valt dan ook op door zijn heldere kleuren. De langzame droogtijd van de verf zorgt ervoor dat Pietro uitgebreid de tijd kan nemen om de foefjes uit zijn Renaissance-trukendoos toe te passen: geleidelijke kleurovergangen, een haast tastbare anatomie en glanzende kledij die in ontelbare plooien om de lichamen valt.
Op een wolk, voor een gele Amandel troont in haar herkenbare blauwe gewaad Maria. Op haar schoot houdt zij het kindje Jezus. Onder hen, op de grond, vier heiligen. Van links naar rechts zien we: Mattheus, één van de evangelisten, herkenbaar aan zijn engelenvleugels, die in dit geval deel uit lijken te maken van zijn harnas. Naast hem staat Catharina, herkenbaar aan het wiel waarop zij uiteindelijk zou worden geradbraakt omdat zij haar leven aan God wilde wijden, in plaats van aan een verliefde Romeinse keizer. Een hevige straf: ze werd aan het wiel vastgebonden waarna haar ledematen met een ijzeren staaf kapot werden geslagen. Ze overleefde deze echter (het rad brak), waarna de keizer haar liet onthoofden. Het wondvocht uit haar hals genas de zieken uit de stad van de pest, de reden waarom Catharina later werd aangeroepen als beschermheilige tegen deze ziekte. In het geval van Pietro Perugino zou dat jaren later overigens tevergeefs blijken. Derde van links is Apollonia, in haar linkerhand een tang. Volgens sommige verhalen zouden zouden haar tanden en kiezen tijdens martelingen door een beul uit haar mond zijn geslagen, volgens andere bronnen werden ze met een tang uitgetrokken. Uiterst rechts staat evangelist Johannes, herkenbaar aan de adelaar.
De compositie van het schilderij is symmetrisch, en door de belangrijkste personen op het paneel kan een denkbeeldige driehoek worden getrokken. De Renaissance is een tijd waarin de wetenschap bloeit. Net als in de klassieke oudheid trouwens. Renaissance betekent immers ‘wedergeboorte’, en dat slaat in dit geval op ideeën uit Griekse en Romeinse tijd. De aandacht voor wiskundige nauwkeurigheid dringt ook door binnen de beeldende kunst. Behalve strak uitgemeten composities doet ook het lijnperspectief haar intrede. Op een ander beroemd werk van Perugino, Jezus overhandigt de sleutels aan Petrus, te zien in de Sixtijnse kapel in Vaticaanstad, is goed te zien dat hij dat onder de knie had.
De Renaissance is ook de tijd van het humanisme. Het leven is niet meer alleen gericht op de toekomstige tijd in het hiernamaals, ook voor het leven op aarde kan een invulling worden gevonden die de moeite waard is. Het aardse leven gaat dan ook meer en meer een rol spelen in de schilderkunst. Daar waar de achtergrond van een tafereel in de Middeleeuwen uit niet meer bestond dat een egaal blauw of gouden vlak, zien we nu vaak landschapjes.
De Renaissance-kunstenaar is niet langer louter en alleen maar dienstbaar aan zijn opdrachtgever maar mag trots zijn op wat hij heeft gecreëerd: het werk is dan ook ondertekend. Op het wiel van Catharina staat PETRVS PERRVSINVS PINXIT: Pietro Perugino heeft dit geschilderd.
De moeite waard. Dat vindt ook Jeff Koons, die het werk in 2014-15 uitermate minutieus naschildert. Dat wil zeggen: hij zet zijn assistenten aan het werk. Als ik een beeldscherm met het origineel van Perugino naast het werk van Koons houd zie ik nauwelijks verschil. Het werk van Koons lijkt iets helderder van kleur, maar dat verschil kan ook aan de foto op mijn beeldscherm liggen. In de achtergrond is iets minder sprake van atmosferisch perspectief: het is wat minder ‘mistig’. Koons heeft het werk echter eigen gemaakt door er een grote spiegelende blauwe bol voor te plaatsen. Een zogenaamde Gazing Ball waarin de aanschouwer zichzelf ziet weerspiegelen. Zo zou men zich meer één met het schilderij voelen. Blijkbaar is Koons nogal tevreden met dit grapje: naast het werk van Perugino voorzag hij zo’n vijftig andere kopieën van meesterwerken van een dergelijke blauwe bol, waaronder de Mona Lisa.
In de Nieuwe Kerk wordt ieder jaar een meesterwerk tentoongesteld. Dit keer is dat de Perugino Gazing Ball van Koons. Ik wil weleens zien wat voor effect die bal nu heeft. Ik heb regelmatig het gevoel op te gaan in een schilderij. Zou dit effect nog meer versterkt kunnen worden door die bal? Het antwoord is ‘nee’. Ik ben onder de indruk van de Perugino-kopie, maar heb het idee dat die bal in de weg staat. En ik geef het een kans hoor! Ik neem afstand, ga vlak voor de bal staan, links van de bal, rechts van de bal. Ik neem weer afstand, ga een tijdje op één van de bankjes voor het schilderij zitten, kijk door mijn wimperharen… Als ik afstand neem, zodat ik het hele schilderij goed kan zien, zie ik mezelf niet weerspiegelen in de bol, en als ik dichtbij de bol ga staan, zodat ik mezelf goed zie weerspiegelen, zie ik het schilderij niet goed. Het beste effect is te bereiken door in een positie te gaan staan waarin je zowel jezelf als het schilderij is de bol ziet weerspiegelen, maar het is wat mij betreft eerder irritant dan een amazing gazing experience. Ondertussen schiet één van de bezoekers de suppoost aan: “Meneer, dit is toch gewoon een hele grote kerstbal?” Misschien wil ik té graag, verwacht ik er teveel van…
Met een boog om De Nieuwe Kerk heen? Zou ik niet doen. Het is sowieso fijn om (op een rustig moment) in deze kerk te vertoeven, en misschien heeft de Gazing Ball op jou wel het beoogde effect. Bovendien doet de mystieke omgeving het schilderij goed. Het gebouw heeft een prachtig ‘tweede lijst effect’ op het werk van Koons. Of moet ik zeggen Perugino?
Jeff Koons – ‘Gazing Ball’ Nieuwe Kerk Dam, Amsterdam
Tot en met 8 April 2018