Van Gogh, Rousseau, Corot: in het bos

Onlangs bezocht ik de tentoonstelling ‘Van Gogh, Rousseau, Corot: in het bos’ in het Van Goghmuseum. Best een uitdaging in deze tijd van het jaar. Een toerist verlaat Amsterdam immers niet voordat hij of zij ‘De Zonnebloemen’ heeft gezien. En die bevinden zich in hetzelfde gebouw. Wel in een andere vleugel. Dat scheelt: eenmaal voorbij de garderobe is er voldoende zuurstof en zicht op de schilderijen. Wat ook uitmaakte is dat ik het museum ’s avonds bezocht: de vrijdagavondopenstelling staat weliswaar tegenwoordig schijnbaar ook in de ‘Lonely Planet’ vermeld, toch is dan een stuk rustiger dan overdag. 

Toeristen in het Van Gogh Museum
Toeristen in het Van Gogh Museum

Landschapskunst is niet het meest populaire genre. Veel mensen vinden de schilderijen erg op elkaar lijken en niet interessanter dan een gemiddelde vakantie-ansichtkaart. Vincent van Gogh dacht hier heel anders over. Niets inspireerde hem meer dan de landschap-schilderijen uit de 18e en 19e eeuw. Ik besloot dan ook, dat ik me door hem zou laten rondleiden. Niet via de audiotour, dat leidt maar af tijdens zo’n eerste bezoek, maar door mij in te leven in de manier waarop hij ooit tegen deze schilderijen aankeek: met een open blik, vol bewondering en aandacht voor detail. 

Het eerste schilderij dat mijn aandacht trok was ‘Herfst’, geschilderd in 1865, door Jules Dupré. Als je goed naar dit werk van Dupré kijkt, zie je naast de enorme boom een klein figuurtje opdoemen. De schilder wilde met dit schilderij de nietigheid van de mens ten opzichte van de grootse overweldigende natuur laten zien. Van Gogh zag dit schilderij op een tentoonstelling in Den Haag, in 1882. Aan zijn broer Theo schreef hij: ‘het drukt uit dat oogenblik en die plaats in de natuur waar men alleen kan heengaan, zonder gezelschap.’

'Herfst', Jules Dupré, 1865
‘Herfst’, Jules Dupré, 1865.
Foto: Van Gogh Museum

Met de uitvinding van de verftube, werd het in de loop van de 19e eeuw voor kunstenaars makkelijker om erop uit te trekken. In de buurt van het dorp Barbizon kwam een groep kunstenaars bijeen. Het landschap inspireerde deze ‘plein air’ kunstenaars en ze inspireerden elkaar. Zo ontstond de ‘School van Barbizon’.

Ook in ‘De Kromme boom bij het Carrefour de l’Epine’, Rousseau (1852) is een ‘nietig’ persoon te ontdekken. Donkere wolken pakken zich samen boven het bos. Ieder moment kan een enorme regenbui losbarsten. Onder de kromme boom, die zijn takken als beschermende armen lijkt uit te strekken, vindt de persoon beschutting.

'De kromme boom bij het Carrefour de l'Epine, 1852
‘De kromme boom bij het Carrefour de l’Epine, 1852.
Foto: De Mesdag Collectie, Den Haag

Een heel andere sfeer wordt opgeroepen in het heldere ‘Kustlandschap’, geschilderd door Claude Monet, in 1864. Het kuststadje Honfleur, zo’n 75 kilometer ten westen van Parijs was volgens Monet het paradijs op aarde. Als impressionist genoot hij van de lichtval op de weiden, de bomen, de monding van de Seine, en legde vervolgens zijn indruk van een bepaald moment van de dag vast. Aan de lengte van de schaduwen, de kleur van de lucht en het water en de helderheid van het bladgroen kan ongeveer worden vastgesteld op welk moment van de dag Monet dit landschap op het doek zette. Wanneer denk je?

'Kustlandschap', Claude Monet, 1864
‘Kustlandschap’, Claude Monet, 1864
Foto: Van Gogh Museum

Misschien moet je bij landschapskunst iets langer kijken om het verhaal los te krijgen, maar het wil zeker verteld worden. Van Gogh was als natuurliefhebber gek op deze verhalen. 

Hoe hij deze verhalen vertaalde naar zijn eigen werk, is hier ook te zien: op lichtere wanden achterin de tentoonstellingsruimte. Het werk van van Gogh doet levendiger aan dan het werk waardoor hij zich liet inspireren. Het kleurgebruik is feller en minder naturalistisch, de manier van schilderen ongeremd. Ook van Gogh vertelt duidelijk een verhaal. Hier lijkt het niet te gaan om het verhaal van de natuur, maar om zijn eigen verhaal, via de natuur. Wanneer hij zijn intrek heeft gedaan bij zijn broer Theo in Parijs, in 1886, maakt hij kennis met het Impressionisme. De invloeden hiervan zijn duidelijk zichtbaar in het bijna pointillistische ‘Bomen’, geschilderd in 1887.

'Bomen', Vincent Van Gogh, 1887
‘Bomen’, Vincent Van Gogh, 1887
Foto: Vincent van Gogh Stichting

Wanneer Van Gogh een hevige innerlijke strijd voert, schildert hij ‘Boomwortels’ (1890): een wirwar van donker omlijnde blauwe stronken. Ze proberen zich een weg te banen, maar raken vooral in elkaar verstrengeld. Het is naar alle waarschijnlijkheid zijn laatste schilderij.

‘Van Gogh, Rousseau, Corot: in het bos’.
Van Goghmuseum.
Tot en met 10 september 2017

'Boomwortels', Vincent Van Gogh, 1890
‘Boomwortels’, Vincent Van Gogh, 1890 Foto: Vincent Van Gogh Stichting