Het Amsterdam Museum: 1001 vrouwen uit de 20e eeuw.

Op 3 oktober 2018 presenteerde historica Els Kloek haar boek 1001 vrouwen in de 20e eeuw. Hierin vertelt zij verhalen over 1001 overleden vrouwen die leefden in de twintigste eeuw.    Het Amsterdam Museum heeft uit dit boek een selectie van zo’n 125 vrouwen gemaakt. Deze groep vrouwen wordt vergezeld door anekdotes, fotomateriaal, documenten en bijzondere voorwerpen gepresenteerd in de tentoonstelling 1001 vrouwen.   De tentoonstelling is opgedeeld in vijf tijdvakken. Hierbinnen zijn de vrouwen gerangschikt op geboortedatum. In een gratis beschikbaar gestelde audiotour vertellen bekende Nederlanders hoe zij inspiratie halen uit deze bijzondere vrouwen uit de geschiedenis.

Voor wie vrouwen per definitie als lieflijk en engelachtig ziet zou deze tentoonstelling een deceptie kunnen zijn: ook foute, gemene en/of agressieve dames komen binnen deze tentoonstelling aan bod, hetzij in minder grote getale dan de heldinnen, doordouwers en toptalenten.   Uiteraard kan ik niet alle vrouwen binnen dit stuk aan de orde laten komen, daarvoor moet je toch echt naar het Amsterdam Museum. Ik bespreek per tijdvak één of twee vrouwen die mij in het bijzonder opvielen.

Tijdvak 1: Vrouwen geboren voor 1870

De eerste vrouw die in deze tentoonstelling wordt genoemd is vanwege het tijdvak Aletta Jacobs. Maar ook zonder indeling in tijdvakken zou deze prominente plek, als eerste vrouwelijke geneeskundestudent en uiteindelijk succesvol strijdster voor het vrouwenkiesrecht, niet meer dan terecht zijn.  

Bad-ass woman van het eerste uur is dienstbode Neeltje Lokerse. Wanneer zij zwanger raakt van haar werkgever. Wanneer hij weigert het kind te erkennen bedreigt Neeltje hem met een pistool. Ze haalt de landelijke pers en wordt vervolgens onder druk van de publieke opinie vrijgesproken. Vervolgens zet zij zich in voor ‘de wet op onderzoek naar het vaderschap’.

Tijdvak 2: Vrouwen geboren tussen 1870 en 1889

Als kroonprinses Wilhelmina 10 jaar oud is overlijdt haar vader, koning Willem III. Omdat zij dan nog te jong is om de troon op te volgen neemt haar moeder Emma tijdelijk het koningschap waar. Ondertussen wordt Wilhelmina via privéonderwijs klaargestoomd voor het ambt.  

Op dit schilderij, gemaakt door Christoffel Bisschop, is Wilhelmina 11 jaar oud. In het opengeslagen boek aan de rechterzijde staat een gravure van Willem van Oranje afgebeeld. Het 17e eeuwse Amalia van Somskostuum dat Wilhelmina op het schilderij draagt is bewaard gebleven en ook te zien binnen de tentoonstelling.  

Minder bekend is verpleegster Rosa Vecht, die tijdens de Eerste Wereldoorlog dapperheid toont door herhaaldelijk naar het front te trekken om gewonde militairen te verzorgen. Aan haar jonge leven komt in 1915 tragisch een eind, waarna zij getroffen wordt door een bom uit een Duits vliegtuig. Rosa Vecht is dan 23 jaar.   

Tijdvak 3: Vrouwen geboren tussen 1890 en 1909

Vrouwen geboren binnen dit tijdvak krijgen te maken met de gevolgen van de Tweede Wereldoorlog, die de strijd om vrouwenrechten tijdelijk naar de achtergrond duwt. Dit betekent overigens niet dat vrouwen geheel stil zitten. Zo wordt Olga de Ruiter op verzoek van NSB-voorman Anton Mussert in 1941 leidster van de Nationaal-Socialistische Vrouwenorganisatie. Na de Duitse inval van de Sovjet-Unie organiseert zij een collecte voor het Duitse Rode Kruis. In 1943 zegt De Ruiter haar lidmaatschap van de NSB op omdat zij zich niet langer kan vinden in de koers van Mussert.  

Het verhaal van de legendarische Bet van Beeren, geboren in 1902 speelt zich voor de oorlog af. Bet neemt in 1927 een café aan de Zeedijk over. Ze is dan 25 jaar. Zij zorgt er dan al voor dat de gasten in haar kroeg openlijk kunnen uitkomen voor hun homoseksuele geaardheid. Wie gehecht is aan zijn stropdas moet deze niet dragen wanneer ’t Mandje wordt aangedaan. Bet knipt deze vaak bij haar mannelijke bezoekers af, waarna deze als souvenir in het café wordt opgehangen. Café ’t Mandje bestaat vandaag de dag nog steeds, of eigenlijk wéér. Het staat in de Canon van Amsterdam als symbool door de eeuwen heen. Meer over de geschiedenis van dit café kun je hier lezen. Een replica van het café is – buiten deze tentoonstelling – te zien in het Amsterdam Museum.   

Tijdvak 4: Vrouwen geboren tussen 1910 en 1929

Ook vrouwen geboren in dit tijdvak krijgen allen bewust te maken met de Tweede Wereldoorlog. Deze periode, maar ook de door kleinburgerlijkheid doorspekte jaren erna, zijn zeer bepalend voor de positie van deze vrouwen. Met de leus volksherstel is gezinsherstel wordt een dringend beroep op moederlijke plichten gedaan. Een toenemend aantal vrouwen weet zich (ten dele) aan dit keurslijf te ontworstelen en ontwikkelt zich ook op ander vlak. Zo ook Annie M.G. Schmidt. Zowel mijn ouders als mijn kinderen groeiden met haar werk op. Met een dikke vette knipoog wist deze heldin in haar boeken, radio- en tv-series, musicals, columns en liedteksten de wereld om haar heen te beschrijven.

Tijdvak 5: Vrouwen geboren na 1930

Wie is er niet geschokt wanneer in 2014 duidelijk wordt dat voormalig politica en hoogleraar Els Borst niet alleen overleden, maar om het leven gebracht blijkt te zijn? Als minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in de kabinetten Kok I en Kok II strijdt zij voor een groot aantal medisch-ethische kwesties zoals euthanasie zodat deze niet meer strafbaar gesteld wordt. Ook realiseert zij een wijziging van de tabakswet waardoor het verboden wordt voor kinderen onder de 16 jaar om tabak te kopen.  

Aan de tijdvakken in het Amsterdam Museum zou ik persoonlijk nog een tijdvak willen toevoegen waarin vrouwen aan bod komen die op dit moment leven en geschiedenis zullen gaan schrijven of dit al hebben gedaan. Denk aan Ellie Lust: voormalig politiewoordvoerder en voorzitster van het initiatief ‘Roze in Blauw’, een netwerk binnen de Nederlandse nationale politie dat zich speciaal bezighoudt met de bestrijding van antihomoseksueel geweld. Ook kritisch en sociaal bewogen presentatrice Sonja Barend, en de eerste vrouwelijke burgemeester van onze hoofdstad: Femke Halsema, zouden binnen het ‘nu’ niet misstaan.   

Ik denk dat een dergelijk tijdvak in Het Amsterdam Museum welkom zou zijn. Een connectie met het hedendaagse zou deze interessante tentoonstelling toegankelijk kunnen maken voor een jonger publiek, waar het nu vooral een trip down memory lane voor de wat oudere generatie is. Het museum biedt overigens wel gelegenheid om voor jou belangrijke vrouwen – uit heden en verleden – toe te voegen aan een muur vol met vrouwennamen.

1001 vrouwen in de 20ste eeuw Tot en met 10 maart 2019
Amsterdam Museum
Kalverstraat 92 Amsterdam

Gaudí en de Amsterdamse School

In 1988, tijdens de Barcelona-reis met VWO 4, bezocht ik de Sagrada Familia voor het eerst. Een vreemde gewaarwording. De plek waar later het middenschip van de basiliek zou komen was nog onoverdekt en er stond een joekel van een hijskraan, terwijl één van de slakkenhuisvormige torens al beklommen kon worden!

Bijna dertig jaar later was ik er weer. Het gebouw was nog niet helemaal voltooid, maar inmiddels wel overdekt en indrukwekkend mooi gedecoreerd.

Antoni Gaudí (1852-1926) kreeg in 1883 de opdracht om de bouw van een basiliek die toen reeds onder prille constructie was, voort te zetten. Francisco de Paula del Villar die de bouw was begonnen had ruzie gekregen met de opdrachtgever, waarna hun wegen zich scheidden. Na het voltooien van de crypte, in neo-gotische stijl, besloot Gaudí het helemaal anders te gaan doen. Geïnspireerd door vormen uit de natuur en niet verstoken van ambitie ontwikkelde hij een aantal maquettes die uitgangspunt moesten zijn voor zijn levenswerk: een enorm bouwwerk, opgedragen aan de ‘Heilige Familie’: de Sagrada Familia. Hij hoopte deze kerk aanvankelijk binnen tien jaar af te hebben.

Naast de Sagrada Familia ontwierp Gaudí andere opvallende bouwwerken in Barcelona, zoals de Casa Mila, de Casa Batlló en Park Güell. De stijl waarin hij werkte werd Catalaans Modernisme genoemd.

In Museum Het Schip is momenteel een tentoonstelling te zien waarin Antoni Gaudí de hoofdrol speelt. Niet omdat de architecten van de Amsterdamse School nauw met hem hebben samengewerkt of omdat zij zich door elkaar lieten inspireren, maar omdat zij tegelijkertijd hard werkten om hun stad mooier te maken. Zowel de architecten van de Amsterdamse School als Gaudí lieten zich daarbij inspireren door ambachtelijkheid en de natuur, maar maakten ook graag gebruik van de nieuwste technologie. Ze deelden onafhankelijk van elkaar op hetzelfde moment hetzelfde gedachtengoed! Gaudí mag vooral bekend zijn vanwege zijn fraaie woningen voor de meer welgestelden, één van zijn eerste grote projecten betrof een samenwerking met de arbeiderscooperatie La Obrera Mataronense in Mataro, een industriestad vlakbij Barcelona. Hij voelde zich zeer betrokken bij dit project waarbinnen onder andere woonhuizen, een bibliotheek en een schoolgebouw gerealiseerd zouden worden. Helaas zorgde een crisis in de textielsector ervoor dat het project voortijdig gestaakt diende te worden. Zijn aandacht voor de maatschappelijke situatie van de arbeidersklasse vormen een ander belangrijke overeenkomst met de idealistische architecten van de Amsterdamse School, die net als Gaudí betere leefomstandigheden voor de arbeidersklasse wilden realiseren.

Op de bovenste etage van ‘Het Schip’ is het Barcelonese erfgoed te bewonderen. Het meest in het oog springen de schitterende witte maquettes. Als eerste het sprookjesachtige Casa Batlló, waaraan werkelijk alles golvend lijkt te zijn. De voorgevel van dit huizencomplex is bekleed met indrukwekkend mozaïekwerk en doet denken aan schubben. De zuilen lijken op de poten van een dinosaurus en het dakterras heeft de vorm van de rug van een draak, gemaakt met kleurige stenen. Het centrale thema van het gebouw is dan ook het verhaal van de drakendoder Sint-Joris.

Indrukwekkend is ook de maquette van het als zomerhuis bestemde Casa Vicens, tussen 1883 en 1889 gebouwd in opdracht van een welgestelde tegelfabrikant. Gaudí liet zich bij het ontwerpen zichtbaar inspireren door Moorse bouwwerken, wat onder andere zichtbaar wordt in de bogengalerij en de ranke torentjes.

Leuk detail aan de Casa Vicens zijn de tegels waarmee de facade van de eerste twee verdiepingen bekleed is. Hierop prijken gele bloemen – afrikaantjes – waarmee het bouwterrein voor aanvang van het bouwen bezaaid waren. Deze moesten wijken voor het huis, maar werden als eerbetoon aan de verdwenen natuur verwerkt in de decoratie. Een aantal van deze tegels is in de tentoonstelling aanwezig, evenals een ijzeren palmblad, onderdeel van het hek van Casa Vicens.

Geglazuurde dakpannen, deuren met schitterend houtsnijwerk, prachtig vormgegeven luchtschachten en schoorstenen. Je kunt het zo gek niet bedenken of het is in deze tentoonstelling aanwezig. En natuurlijk ontbreekt een maquette van de Sagrada Familia niet.Op de muren prijken quotes van Antoni Gaudí: ‘Wie de wetten van de natuur gebruikt om zijn gebouwen te ondersteunen, werkt samen met de schepper.’ en ‘Niets is kunst dat niet uit de natuur komt’.

Echt duidelijk wordt het vergelijk met architectuur van de Amsterdamse School pas als je ook de vaste tentoonstelling op de eerste etage bezoekt: ook voor wie bekend is met deze bouwstijl is het heel aardig de geschiedenis – rijk geïllustreerd door objecten, foto’s, affiches en filmpjes – nog eens door te nemen. Bovendien wordt er van dinsdag tot en met zondag op ieder heel uur een rondleiding gegeven (inbegrepen in de toegangsprijs), die het publiek ook op plekken laat komen die anders niet toegankelijk zijn. Denk aan het oude postkantoor en de modelwoning, volledig vormgegeven en ingericht in de stijl van de Amsterdamse School.Bezoek je de tentoonstelling Gaudí en de Amsterdamse School met kinderen? Sla dan vooral de spannende animatie niet over waarin de draak, verscholen in Casa Battló, tot leven komt en bezoek ook de ruimte waarin je je met magnetische gekleurde steentjes je eigen mozaïek kunt maken (deze volwassene was er ook niet weg te slaan!).De bouw van de Sagrada Familia zal naar verluid nog nu nog acht jaar in beslag nemen. Als alles volgens de huidige planning verloopt, zal het in 2026 – precies honderd jaar na het overlijden van Gaudí – eindelijk voltooid zijn.

De tentoonstelling in Museum Het Schip duurt tot en met 31 maart 2019.Amsterdamse School Museum Het Schip
Oostzaanstraat 45
1013 WG Amsterdam