Als Prince Rogers Nelson op 21 april 2016 op 57-jarige leeftijd overlijdt laat hij een indrukwekkende erfenis achter. Wat mij betreft in de eerste plaats in de vorm van vele tientallen uren muziek, maar ook de vele concertkaartjes, foto’s en artikelen uit de krant zal ik waarschijnlijk mijn leven lang zorgvuldig bewaren. Dat een verzameling Prince-artefacten vele malen indrukwekkender kan zijn dan mijn bescheiden collectie bewijst de tentoonstelling My name is Prince die na een editie in de O2 te Londen de de Beurs van Berlage in Amsterdam aandoet.
Nooit meer zal ik mij verheugen op een Prince-concert. Ik bezocht er in vijfentwintig jaar velen: soms in de buurt, maar ook in België en Londen. De voorpret was bijna net zo heerlijk als de concerten zelf. Tijdens mijn eerste concert in de Rotterdamse Kuip regende ik tot op mijn onderbroek nat, tijdens mijn laatste concert in de Ziggo Dome zat ik snakkend naar adem op een trapje achterin de zaal – ik had een zware longontsteking – maar dat alles mocht de pret niet drukken. Ik was een echte Prince-fan. Ik bén een echte Prince-fan. Ooit hoop ik een bezoek te kunnen brengen aan Paisley Park: het voormalige studiocomplex van Prince, nu museum en bedevaartsoord. Dit 65.000 m2 grote complex herbergt naast een aantal studio’s, een nachtclub en een immens podium. Sinds 2016 is Paisley Park toegankelijk voor publiek, maar helaas niet om de hoek gelegen. Het materiaal dat op de tentoonstelling My Name is Prince wordt getoond is rechtstreeks afkomstig uit het complex. Uiteraard keek ik hier al tijden naar uit.
Bij binnenkomst ontvangt de bezoeker een audiotour, wat in dit geval geen gedoe met het intoetsen van de juiste nummertjes betekent: terwijl je je door de tentoonstellingsruimte beweegt synchroniseert de audio op het apparaatje automatisch met het object waarbij je je in de buurt bevindt, of zoals helemaal aan het begin van de tour: met de vertoonde filmbeelden. De introductiefilm begint met de oudste videoclip van Prince: I wanna be your lover. Het is gelukkig geen lange film: eenmaal binnen wil je namelijk maar één ding: zo snel mogelijk zien wat er allemaal wordt tentoongesteld!
Dat valt niet tegen: voor wie enige band heeft met de Minneapolis Genius (en/of de geschiedenis van de popmuziek) is het één groot feest der herkenning. De paarse trenchcoat die in de film Purple Rain door Prince werd gedragen: gewoon vlak voor je neus! Het wolkjeskostuum uit de videoclip Raspberry Beret: je zou het kunnen aanraken (wat uiteraard niet is toegestaan)! En daar houdt het wat betreft kostuums niet mee op: Prince beschikte over een zeer uitgebreide garderobe van voor en door hem persoonlijk ontworpen kledingstukken. Angie Marchese, hoofd archieven van Paisley Park en curator van deze tentoonstelling: “Na het overlijden van Prince zijn er op Paisley Park ongeveer 8000 kledingstukken gevonden.”
Na zijn beginperiode, waarin hij zich op z’n zachtst gezegd wat ordinair kleedde, ontwikkelde zijn verschijning zich tot zeer stijlvol, maar niet minder excentriek. Kenmerkend voor hem werden de highwaisted broeken in kleurige stoffen en opvallende prints, perfect op zijn smalle postuur gesneden. Ze zijn in vele varianten aanwezig. Steeds gecombineerd met enorme hakken, om zijn geringe lengte – Prince was slechts 1.58 meter lang – enigszins te compenseren. Prachtig, maar vermoedelijk de oorzaak van zijn latere heupslijtage. De grote hoeveelheid zware medicatie die hij slikte om de pijn die dit veroorzaakte te verzachten, is hem naar alle waarschijnlijkheid fataal geworden. De met diamanten ingelegde wandelstok waarop Prince leunde schittert naast een blinkend zilverkleurig jasje in één van de vitrines.
Ik herken de zwart-wit gestippelde outfit van de Lovesexy tour en de perzikkleurige – color you peach and black – kleding van de Sign of the Times concerten.
Maar kleding is niet het enige waaraan de bezoeker zich kan vergapen. Er zijn ontwerptekeningen voor albumhoezen, er zijn documenten zoals het handgeschreven script voor Purple Rain en krabbels op de songtekst van het nummer Delirious, er zijn tamboerijnen, een microfoonstandaard, gewonnen awards en er zijn natuurlijk gitaren! We weten natuurlijk allemaal dat Prince van niets zoveel hield like he loved his guitar. Het is maar moeilijk te bevatten dat de getoonde Gibson L65 gitaar echt de gitaar is die Prince bespeelde tijdens de tours rondom zijn eerste album en waarmee hij in 1980 zijn tv-debuut maakte. Wie een VIP-ticket koopt mag ook het speciale gedeelte bezoeken dat is ingericht als backstage ruimte vol flightcases en een zeer indrukwekkend mengpaneel. En als kers op de taart mag de VIP één van de Prince-gitaren vasthouden!
My name is Prince is vergelijkbaar met de tentoonstelling David Bowie is, die in 2016 in het Groninger Museum was te zien, al had ik in Groningen iets meer het gevoel dat de hoofdrolspeler tot leven werd gewekt. Dit vooral vanwege de concert-experience waar je als bezoeker volledig in op kon gaan. Naar ik heb begrepen hadden de organisatoren aan deze tentoonstelling graag een soortgelijke ervaring toegevoegd, maar werden zij toch enigszins beperkt door de familie Nelson opgelegde restricties. Verder had ik het interessant gevonden behalve te te gekke kostuums en voorwerpen wat meer verhalen uit het persoonlijke leven van Prince te horen: over zijn keuzes op het gebied van religie bijvoorbeeld. En wat dat voor zijn creatieve uitingen betekende. Persoonlijk vind ik het arsenaal aan artiesten waarmee Prince heeft samengewerkt erg indrukwekkend. Dit komt echter nauwelijks aan bod. Ik moet hier een slag om de arm houden: op het moment van de persbezichtiging was de audiotour nog niet beschikbaar, waardoor ik informatie gemist kan hebben.
De tentoonstelling sluit met een hek, een replica van de Memorial Fence bij Paisley Park waarbij rouwende fans na het overlijden van Prince bloemen, berichtjes en hun eigen creatieve uitingen achterlieten. Voel je vooral vrij hetzelfde te doen bij deze kopie. Natuurlijk ga je niet met lege handen naar huis. Een winkeltje biedt volop merchandise in de vorm van mokken, pins, mutsen en t-shirts. Toch een beetje het concertgevoel. Na mijn bezoek kan ik zeggen: als Prince-fan moet je je met spoed naar de Beurs van Berlage begeven! Je zult diep onder de indruk zijn. Dichter bij de ervaring van de Paisley Park bezoeker zul je op Nederlands grondgebied niet komen. En wie Prince nooit in levende lijve mocht aanschouwen: ontzettend jammer, maar hier kun je het gemis een klein beetje goedmaken.
My name is Prince – The official exhibition
Tot en met 8 juni 2018
Beurs van Berlage Amsterdam