De Nieuwe Kerk toont World Press Photo 2019

Vandaag is het een grote dag voor het Cubaanse meisje Pura. Ze wordt vijftien jaar oud, en dat moment laten ze in Havana niet zomaar voorbij gaan. Al wekenlang zijn voorbereidingen getroffen voor dit belangrijke moment. De ‘quinceañera’ is het moment waarop een meisje vrouw wordt. Het is een overgangsritueel, met naast een groot feest vaak bijbehorende fotoshoots met professionele maquillage en diverse kledingwissels, maar één jurk is de belangrijkste en doet – vooral kwa aanschafprijs – niet onder voor een gemiddelde trouwjurk.  

Ook de jurk die Pura op haar verjaardag zou dragen moest perfect zijn. En dat is hij: als Pura hem eenmaal aan heeft kan ze zich nauwelijks meer bewegen, maar ze ziet eruit als een plaatje. Er is een oldtimer geregeld waar Pura bovenop kan zitten en kan worden rondgereden door de wijk. Tijdens die showrit wordt Pura toegejuicht door de hele wijk. Iedereen uit de buurt heeft toegeleefd naar deze dag. Iedereen heeft zich ook grote zorgen gemaakt toen het een paar jaar geleden slecht ging met Pura: ze had een hersentumor en moest stoppen met haar grote passie turnen. De dokters zeiden dat ze niet ouder zou worden dan dertien jaar. En kijk haar nu eens: daar bovenop die auto, als stralend middenpunt van de gemeenschap! Wie had dat durven denken!   Ik begin mijn blog over World Press Photo met een positief verhaal. Ze zijn er meer op de belangrijkste fototentoonstelling van het jaar, maar zware kost heeft de boventoon. Terecht: want er zijn zoveel schrijnende situaties waar aandacht voor gevraagd moet worden, en met een treffende foto lukt dat misschien nog wel meer dan met bewegend beeld.   

“De foto’s zijn dit jaar groter dan in voorgaande jaren.”, vertelt Cathelijne Broers, directrice van De Nieuwe Kerk. “Hierdoor wordt je als aanschouwer echt in het beeld getrokken.”. De foto’s lijken inderdaad indrukwekkender te zijn dan ooit. Ze komen op dit formaat, en afgedrukt in perfecte kleuren, schitterend tot hun recht.   Wat langer kijken naar een foto loont. Zo valt in de feestelijke Cubaanse foto gemaakt door Diana Markosian – winnaar in de categorie ‘hedendaagse kwesties’ – pas in latere instantie een jong meisje in het publiek op. Misschien is ze negen jaar oud. In vergelijking met de jarige Pura heeft ze maar weinig om het lijf: Een roze korte broek, waar haar buikje overheen bolt, en een blauw topje, dat haar beginnende borstjes maar nauwelijks bedekt. Ze lijkt glimlachend weg te dromen… Op een dag zal zij net zo’n mooie jurk dragen als Pura en zal de buurt voor haar juichen.  

Op de foto van Forough Alaei, die eerste prijs in de categorie ‘sport’ heeft gewonnen lijkt in eerste instantie een gewone groep voetbalsupporters te zien. Pas wanneer je je ogen goed de kost geeft, zie je dat één van de supporters een vrouw is, verkleed als man. In Iran worden vrouwen maar een enkele keer toegelaten tot het stadion. Wie toch graag een wedstrijd wil bijwonen, moet creatief zijn!  

De winnende World Press Photo is dit jaar gemaakt door John Moore. In zijn foto worden we meegenomen in een hartverscheurend tafereel. Tot voor even heeft een klein meisje zich geborgen gewaand, veilig in de armen van haar moeder. Dan wordt moeder staande gehouden voor visitatie en moet ze haar dochtertje loslaten. Daar staat het kind dan: in de donkere nacht, hongerig en doodmoe van een lange reis. Een vreemde man raakt haar moeder aan. Ze begrijpt niets van wat er allemaal gebeurt. Een ding weet ze wel: dit is helemaal niet leuk. Wat doe je dan als kleine uk? Je zet het op een brullen. Geef haar eens ongelijk.   

Moore: “Het ging allemaal heel snel. Op het moment dat ik deze foto nam, wist ik niet hoe het verder zou gaan met de kleine Yanela en haar moeder. Natuurlijk ging gezien het ‘zero tolerance’ beleid van Trump de mogelijkheid dat ze bruut van elkaar waren gescheiden, door mijn hoofd.”. Nadat de foto ‘viral’ ging, werd door de Amerikaanse overheid. gegarandeerd dat dat Yanela en haar moeder niet was overkomen. Ondanks dat was de verontwaardiging onder het publiek zo groot, dat het beleid werd aangepast: Moeders en kinderen werden niet langer uit elkaar gehaald.   In de categorie portretten maakt het zelfportret van de Russische Alyona Kochetkova veel indruk op mij. We zien Alyona op de rug, achter een bord soep. Alyona lijdt op het moment dat ze het portret neemt aan kanker, en in het bord bietensoep (borscht) dat voor haar neus staat heeft ze totaal geen trek. Het bord rode soep is verhalend en symbolisch tegelijk. Kochetkova laat de kleur rood vaak terugkomen in haar fotoserie over de periode waarin ze ziek was. “Rood staat voor de angst die ik voelde, de kleur van de chemovloeistof en voor het leven.”  

World Press Interactive van het jaar is het verhaal van Julia, Wilmer en Izerman die opgroeien op de Marshalleilanden. Wetenschappers verwachten dat de eilanden door de opwarming van de aarde nog tijdens het leven van deze kinderen onbewoonbaar zullen worden. De multimedia-installatie toont fragmenten uit het leven van de drie kinderen, tegen de achtergrond van een schitterende plek op aarde. Ondanks het besef van de dreiging die hen boven het hoofd hangt is er plek voor jeugdige onbevangenheid en hoop op een mooie toekomst.   

Sommige foto’s zijn prachtig, maar blijken ondanks dat een aangrijpend verhaal te vertellen. De kleurenpracht in de winnende natuurfoto van de Hongaarse Bencé Máté, is in werkelijkheid een groep levende kikkers waarvan de pootjes zijn afgesneden om als delicatesse te worden verkocht en de schitterend uitgedoste dame op de milieufoto van Brent Stirton draagt camouflagekleding. Ze maakt deel uit van een vrouwelijke anti-stropersgroep in Zimbabwe en strijdt met gevaar voor eigen leven voor natuurbehoud.  

Aan het einde van de tentoonstelling kunnen bezoekers stemmen op de ‘foto van de dag’. Voor mij werd dat de foto van deze dappere strijdster waarin moed, kracht en schoonheid samen komen.    De foto’s op de World Press tentoonstelling zijn stuk voor stuk kunstwerken. Laat je even meeslepen in een andere wereld dan de jouwe. Open je ogen voor wat speelt bij anderen, wat aandacht behoeft en oproept tot actie. Geniet van de schoonheid, maar vraag je ook af: “Wat kan ik betekenen?”  

World Press Photo is tot en met 7 juli te zien in de Nieuwe Kerk in Amsterdam

Fashion Statements in Het Amsterdam Museum

Wel of niet Rokjesdag, Dress Down Friday, De Hoedenparade op Prinsjesdag… Het zijn fenomenen die veel zeggen over het belang van kleding in onze hedendaagse maatschappij. Met kleding kun je laten zien wie je bent, uitdrukken hoe je je voelt. Een statement maken!   In de tentoonstelling Fashion Statements in het Amsterdam Museum laten modekunstenaars Ninamounah, Patta, Marga Weimans, Bas Kosters, Art Comes First en Karim Adduchi zien wat zij willen uitdragen met hun ontwerpen. Verdeeld over vijf ruimtes worden hun creaties, gerelateerd aan historische kostuums uit de collectie van het Amsterdam Museum, getoond.   Ik ben niet heel erg goed thuis in de modewereld, de tentoonstelling is voor mij dan ook vooral een ontdekkingstocht, en tijdens de preview hang ik aan de lippen van conservator Judith van Amelsvoort.  

In een tijd waarin onze kasten uitpuilen van fast-fashion is het nauwelijks voor te stellen hoeveel werk men in de 18e en 19e eeuw had aan het maken van een kledingstuk. Stoffen werden – draad voor draad of paardenhaar voor paardenhaar – geweven. Vervolgens werden de stoffen onderdelen grotendeels zonder het gemak van een naaimachine, stevig in elkaar gezet. Pas in 1846 vond Elias Howe de naaimachine uit, maar deze werd toen nog niet volop gebruikt. Veel kleermakers zagen de machine als bedreiging voor de werkgelegenheid. De baleinen, een soort harde draden afkomstig uit de bek van de baleinwalvis, gaven stevigheid aan korsetten en hoepeljurken. Door de baleinen te verhitten met water, konden ze in de gewenste vorm worden geperst. Tegenwoordig worden in de mode nog steeds baleinen gebruikt, maar niet meer ten koste van walvissen. Men maakt ze nu van kunststof.   

Ontwerpster Ninamounah Langestraat geeft met haar collectie antwoord op de korsetten waarin vrouwen zich jarenlang snoerden om aan het heersende schoonheidsideaal – een wespentaille – te voldoen. In de zaal waarin zij exposeert, kunnen 200-jaar oude korsetten worden bewonderd en kan het publiek ook zélf een korset aantrekken, om aan den lijve te ondervinden hoe dat voelt. Ongeveer net zo beklemmend als hedendaags corrigerend ondergoed, kan ik inmiddels zeggen. Het Amsterdam Museum toont drie stukken uit Ninamounah’s ‘Evolve Around Me’, een collectie waarbinnen de menselijke dominantie over andere dieren centraal staat. Een situatie zoals die door de evolutie is ontstaan. Met het ‘catsuit-corset’ als knipoog naar de ouderwetse korsetten lijkt deze ontwerpster ons te willen tonen, dat mensen elkaar ook domineren. Of mensen zichzelf: waarom zou je jezelf anders in zo’n strak pakkie willen hijsen? Nee, dan liever de soepel vallende jurk met open bilpartij: lekker luchtig!   

Wil je toch ervaren hoe strak zo’n korset nou zit? Dat kan: Er is een aantal replica’s beschikbaar waarmee je je kunt uitleven: wel handig om assistentie mee te nemen. Ondergetekende werd overigens geholpen door een echte ondermode-expert! Voor de gelegenheid was Dirk-Jan List aanwezig. List is kostuumverzamelaar en op dit moment bezig met een promotie op het gebied van silhouet bepalende onderkleding.   

De extravagante Bas Kosters staat bekend om zijn kleurrijke ontwerpen en bijzondere motieven. Vaak vol humor, maar wél met een boodschap. Zijn serie ‘Permanent State of Confusion’ is vrijwel helemaal samengesteld uit hergebruikt materiaal. Een statement tegen de huidige consumptiemaatschappij.   

De duurzaamheid van Kosters is vergelijkbaar met die uit de achttiende eeuw. Gedragen Japonnen bleven vaak voor lange tijd in de familie en werden voor de volgende generatie vermaakt om te voldoen aan de nieuwe mode. Bijzondere motieven waren er in die tijd ook al: kijk maar eens naar het prachtige handgeschilderd patroon op de jurk hieronder.  

Van Karim Adduchi is een aantal ontwerpen uit zijn afstudeercollectie ‘She knows why the caged bird sings’ te zien. De kostuums, grotendeels bestaande uit kleurrijke handgemaakte matten ogen misschien kwetsbaar, maar zijn oersterk. Net als de Berberse vrouw, die hij met dit werk eert.   

Adduchi legt in ‘Fashion Statement’ een link met de ‘robe à la Française’, uit de achttiende eeuw. Deze klassieke japon benadrukt het destijds geldende schoonheidsideaal: een smalle taille en brede heupen. En als ik zeg breed, dan bedoel ik dusdanig breed, dat je bij mij thuis een kwartslag zou moeten draaien om door de deur te passen! Ook de ontwerpen van Adduchi zijn omvangrijk: de vrouw die binnen zijn werk centraal staat mag zeker gezien worden!  

Sommige schoenen zijn te duur en te exclusief om zomaar af te dragen… Edson Sabajo en Guillaume Schmidt van ‘Patta’ weten er alles van. Hun sneakers zijn vaak zo bijzonder, dat ze alleen als verzamelexemplaar worden aangeschaft. Er wordt misschien nog wel voorzichtiger mee omgesprongen dan met de zijden balschoentjes uit de negentiende eeuw, die alleen binnen werden gedragen.   

Tegenwoordig is zwart waarschijnlijk de meest gedragen kleur. Dit is niet altijd zo geweest. In de negentiende eeuw was zwart alleen voor de elite, voor geestelijken, bediendes, medici of voor mensen die in de rouw waren. Altijd al in verschillende tinten: afhankelijk van ondergrond en soort verfstof.   

Voor de ontwerpers van ‘Art comes First’ staat zwart voor de liefde. Liefde voor zwarte cultuur, zwarte muziek, zwarte mensen… Ze reizen graag en veel, en laten zich in hun ambachtelijke ontwerpen inspireren door een diversiteit aan culturen die zij tegenkomen. De monochrome* ontwerpen van ‘Art comes First’ bewijzen dat zwarte kleding niet saai hoeft te zijn.  *eenkleurige   Op mij maakt het monumentale werk van Marga Weimans de meeste indruk. Terwijl de dames uit de gegoede burgerij heupwiegend in hun mooie jurken rondparadeerden, werd de katoen voor hun kledingstukken verbouwd door slaven. Met bloed, zweet en tranen. Dat is dan ook de titel van haar collectie die ons de donkere kant van de mode uit de achttiende en negentiende eeuw laat zien.  

De jurken van Weimans zijn vaak ware sculpturen, waarvan je je nauwelijks kunt voorstellen dat een model ze op de catwalk heeft kunnen dragen. Ze maakt gebruik van stoffen, maar ook van tin, metalen en pur-schuim. Tijdens de ontwerpfase worden niet alleen schetsen gemaakt, maar soms ook maquettes! Niet alleen de mooie kant van fashion wordt door Weimans getoond, maar ook de keiharde tragische keerzijde van alle pracht en praal wordt getoond.   

Ontsnap aan de eenheidsworst van alle mega-modeketens in de Kalverstraat, en duik het steegje richting Het Amsterdam Museum in voor deze bijzondere tentoonstelling!   Fashion Statements Mode en identiteit, toen en nu. Tot en met 8 September 2019 Amsterdam Museum

PS: Eerder bezocht ik in Het Amsterdam Museum de tentoonstelling '1001 vrouwen uit de 20e eeuw'

Najib Amhali maakt sterke comeback met ‘Waar was ik?’

Het is een bijzondere premièreavond voor Najib Amhali. Nadat hij zijn vorige show – 120 voorstellingen – heeft moeten annuleren, staat hij er weer. Zijn beste vrienden, zijn moeder, zijn vrouw en kinderen zitten in de zaal. Vanaf rij vijf kan ik, vlak na opkomst, zijn ogen zien glinsteren.    “Waar was ik?” Het is de rode draad door de voorstelling. Ondanks het heftige onderwerp, Najib was zes jaar lang verslaafd aan drank en drugs, wordt het maar een aantal momenten echt zwaar. “Er mag gewoon gelachen worden jongens, het is ook jullie avond”    Najib draait nergens omheen: het was een kutperiode. Als zijn kinderen hem vragen op zondag mee naar Artis te gaan stelt hij het moment van vertrek steeds uit, nog even een uurtje slapen, en dan gaan ze uiteindelijk maar weer zonder hem. Wanneer hij op school moet komen om een blauwe plek op het been van zijn zoontje te verklaren, vraagt de juf of het wel goed gaat thuis. “Nee, het gaat niet goed”   Decor is het flatgebouw in Krommenie, waar hij tijdens zijn jeugd woonde. De verschillende buren die een rol spelen in de show, zien we eerst als projectie over de galerij lopen en met de lift naar beneden zakken, terwijl Najib buiten beeld zijn karakterwissels doet. Slimme vondst. Hij zet de Marokkaanse buurman van de zesde etage ijzersterk neer. Met bijna onnavolgbaar rappe tong wordt uiteengezet hoe de Nederlanders  eigenlijk alles wat goed gaat in dit langs heeft te danken aan de Marokkanen. Met de Indonesische dementerende Lonny, die steeds vergeet dat hij iets al eerder vertelde, slaat Najib karikaturaal een beetje door.    Alles verandert. Tegenwoordig wordt de flat bewoond door Bulgaren en Roemenen. Ze hangen in groepjes op straat met grote blikken Lidl-bier. Als fatsoenlijke Marokkaan loop je daar met een boog omheen.    Najib is er weer. Met een voorstelling waar je soms stil van wordt, maar vooral een hele vrolijke avond aan kunt beleven!  

De ‘Ways of Being’ van Maria Lassnig in het Stedelijk Museum

Als ik de tentoonstelling ‘Ways of Being’ binnenloop, sta ik oog in oog met Maria Lassnig zelf, de kunstenares waar het allemaal om draait. De dame op leeftijd zit er tamelijk onbeschaamd bij, ze is naakt en zit met haar benen wijd. Maar dat is niet wat mij schokt: het feit dat ze in haar ene hand een pistool heeft dat op mij gericht is, en in haar andere hand een pistool dat ze tegen haar slaap houdt, zorgt ervoor dat mijn adem even stokt. Wat wil Lassnig hiermee zeggen? Ben ik überhaupt wel welkom? Ze schilderde dit zelfportret – ‘Jij of ik’ – op 85-jarige leeftijd, in 2005.    Ik besluit de loop van het pistool maar even te negeren en het schilderij nader te bekijken. Het is geschilderd in de voor Maria Lassnig typische heldere tinten roze en blauw, en allesbehalve geïdealiseerd: haar borsten zijn tachtig-plus borsten – de zwaartekracht heeft er enige grip op gekregen – en het oude vel zit niet zo strak om het lijf. Heel wat anders dan de mooie plaatjes die we dagelijks via diverse media onder ogen krijgen.    Denk niet dat Lassnig geen ijdelheid kende. Ze vond het verschrikkelijk te moeten constateren hoe haar lichaam meer en meer in verval raakte, maar het was zoals het was, en zelfmedelijden vond ze niet op zijn plaats. Zoals ze al vanaf het begin van haar carrière deed, benaderde ze het zelfportret niet als iets dat van buitenaf wordt waargenomen. Wat zij wilde weergeven was de manier waarop het lichaam van binnenuit wordt waargenomen. Zo ontstonden haar zogenaamde ‘body-awareness’ schilderijen. En die kunnen door ons brein, dat gewend is aan ‘normale’ portretten, op zijn zachtst gezegd als ‘weird’ worden ervaren.  

Lassnig laat binnen haar zelfportretten doorgaans alleen ruimte voor de delen van haar lichaam die zij op dat moment echt voelt. Zo bestaat het schilderij ‘De bekwetterde’ (2000) vooral uit een enorme mond. Je kunt je nu ongetwijfeld ook een voorstelling maken van het schilderij ‘Gynaecologie’ (1963). De meeste portretten zijn kaal. Haar is namelijk niet iets dat van binnenuit voelbaar is. Vaak ontbreekt het gedeelte van het hoofd waarin het brein zich bevindt. Een enkele keer bevindt het brein zich buiten het hoofd.   Lassnig had lang niet alleen belangstelling voor haar eigen lichaam. Ook geëngageerde thema’s als emancipatie en oorlog hadden ruimschoots haar aandacht.   Door zichzelf af te beelden als succesvolle voetballer, bekritiseert Maria Lassnig het feit dat vrouwelijke kunstenaars nog altijd minder meetellen dan hun mannelijke collega’s. Zelfs in deze tijd wordt slechts dertig procent van kunst die meetelt door gemaakt door vrouwen. Een fenomeen dat in de voetbalwereld natuurlijk ook geldt.  

Met haar “penseel als enige wapen tegen oorlog en geweld” toont Lassnig haar weerzin tegen oorlog en geweld, in onder andere ‘Raketbasis: missies I en II’. Sporen van penselen die zij tegen het doek plakte en vervolgens weer verwijderde wekken de suggestie van opgestelde atoomraketten: klaar om te worden afgeschoten.   

Speciale fascinatie had Maria Lassnig voor Science Fiction. Het Amerika van de jaren zestig bood met een ruim aanbod aan populaire verhalen op dat gebied ruimschoots inspiratie voor schilderijen als ‘Ontbijt met ei’, een antwoord op Manet’s ‘Dejeuner sur l’herbe’. In plaats van de mannen en vrouwen uit het werk van de beroemde Franse schilder, heeft Lassnig een nogal vreemd aandoende groep buitenaardse wezens rond het picknickkleed laten plaatsnemen.   

In ‘Ways of Being’, de grootste overzichtstentoonstelling over Maria Lassnig ooit in Nederland gehouden, zijn niet alleen schilderijen en tekeningen te zien. Creatief als Lassnig was, experimenteerde zij ook jarenlang met bewegend beeld en maakte zo een aantal intrigerende animatiefilms. Een daarvan is ‘Chairs’, waarin mensen eigenschappen van stoelen overnemen en vice versa.    Voor ik vertrek loop ik nog een keer langs ‘Jij of ik’. Ook op dit portret is Lassnig kaal. En ze heeft geen oren. Blijkbaar was er op moment van schilderen niets te horen. Niets interessants althans. Maar waarom nou toch die pistolen? Lassnig eigent zich hiermee een beeld toe, dat we vooral kennen van stoere kerels. Ze biedt zichzelf, net als de voetbal-schilderijen, bestaansrecht in een wereld die wordt gedomineerd door mannen. Bovenal laat ze zien wat er op het spel staat: ‘Kijk of ik schiet!’, en dan ontneem jij jezelf de kans om mijn kunst toe te laten in jouw leven. ‘Kijk of ik schiet op mezelf!’, en dan ontneem jij mij de kans op erkenning als kunstenaar.   Kijken is bepaald geen straf binnen deze tentoonstelling. Het werk van Maria Lassnig is historisch, kleurrijk, ontroerend, actueel, expressief en ongewoon ongemakkelijk. Volop ingrediënten voor een interessant museumbezoek!

Maria Lassnig – Ways of being Tot en met 11 augustus 2019 Stedelijk Museum, Amsterdam