Zomertentoonstelling: Van Gogh en de Zonnebloemen

Wie kent ze niet: De Zonnebloemen van Vincent van Gogh? Het lijkt wellicht wat overbodig om een speciale tentoonstelling te wijden aan een thema dat al talloze keren in het middelpunt van de belangstelling heeft gestaan. Vrijwel iedereen heeft ze wel één of meerdere keren mogen bewonderen, al dan niet verplicht tijdens de museumlessen in groep acht. En ze zijn gewoon te zien binnen de vaste collectie!

Uiteraard besloten de mensen van het Van Gogh Museum niet zomaar tot het samenstellen van de zomertentoonstelling Van Gogh en de Zonnebloemen. De ondertitel luidt dan ook Een meesterwerk onderzocht

Vincent van Gogh heeft van kinds af aan een enorme liefde voor de natuur. Hij is veel buiten en als hij op 27-jarige leeftijd begint met schilderen zijn landschappen zijn favoriete onderwerp. Hij richt zich dan nog niet specifiek op bloemen, dat komt later.

Nadat Vincent zes jaar vooral in zijn geboorteplaats Nuenen heeft geschilderd besluit hij zijn geluk te beproeven in Parijs, op dat moment the place to be voor kunstenaars. Tijdens de tweede zomer die hij in de Franse hoofdstad doorbrengt ontdekt hij in de moestuinen van Montmartre de tournesols: de zonnebloemen. Ze zijn dan nog niet echt het hoofdonderwerp in zijn werk, maar ze spelen wel een belangrijke rol. 

Die rol voelt van het begin af aan positief. Vincent van Gogh beschrijft ze in zijn brieven dan ook als symbool van dankbaarheid. In Moestuin met zonnebloemlijkt een enorm exemplaar een oude dame in haar tuintje gezelschap te houden. Bijna beschermend buigt de reuzenbloem een beetje over haar heen. De vrouw wendt zich naar de bloem, alsof de twee een conversatie met elkaar aangaan.

n 1887 tekent hij het Schuurtje met zonnebloemen. In de tekening, in potlood pen en inkt zijn op de achtergrond de grauwe buitenwijken van Parijs te zien, bebouwd met fabrieken. De zonnebloemen die op de voorgrond tegen het schuurtje staan, geven bijna letterlijk licht: als zonnetjes die het grijs verdrijven.

‘Schuurtje met Zonnebloemen’, 1887

Er zou nog heel wat grijs te verdrijven zijn in het korte leven van Vincent, en misschien was hij de bloemen daarom wel zo dankbaar.

In 1888 is Vincent van Gogh moe van het drukke stadsleven en verhuist hij naar Arles, op het Franse platteland. Hij heeft inmiddels vrienden gemaakt onder een aantal succesvolle kunstenaars, zoals Henri de Toulouse Lautrec, Emile Bernard en Paul Gauguin. Laatstgenoemde nodigt hij uit om naar zijn atelier te komen, om vervolgens samen een kunstenaarskolonie te stichten.

Op de voorgrond: ‘Het gele Huis’, 1888

Nadat Vincent zijn uitnodiging naar Gauguin heeft verzonden, zet hij alles op alles om een goede indruk om hem te maken. In afwachting van zijn komst schildert hij er flink op los, en als zijn schildervriend arriveert hangt het gele huis waarin hij hem ontvangt vol nieuw werk, waaronder vier schilderijen van zonnebloemen. 

Hij krijgt het respect waar hij zo naar verlangt. Gauguin geeft aan een aantal schilderijen ‘echt mooi’ te vinden, en als tastbaar bewijs hiervan schildert hij een portret van Vincent van Gogh, waarop hij een vaas met zonnebloemen aan het schilderen is: hij erkent zijn vriend hiermee als kunstenaar. In deze verbeelding valt ook enige kritiek te bespeuren. Vincent schildert de bloemen na, hij werkt naar de waarneming. Gauguin was van mening dat schilderen naar de verbeelding, zoals hij zelf deed, een nog hoger goed was!

Op een kwade dag in december 1888 krijgen Vincent van Gogh en Paul Gauguin ruzie. Vincent raakt daarop in een psychose en snijdt een deel van zijn oor af. Gauguin vertrekt, en van Gogh wordt opgenomen in het ziekenhuis.

Als Vincent weer terug is in het gele huis vraagt hij Gauguin in een brief of ze nog wel vrienden zijn, waarop Gauguin hem geruststelt en direct vraagt om één van de mooiste zonnebloem-schilderijen: die met de gele achtergrond. Omdat dat wat hem betreft ‘typisch Vincent’ is, en hij dat graag dichtbij wil hebben. Vincent gaat niet direct in op dit enigszins opportunistische verzoek, maar overlegt eerst met zijn broer: kunsthandelaar Theo. Omdat Vincent moeilijk afstand kan doen van het gewenste schilderij schildert hij een nieuwe versie, die hij niet zomaar aan Gauguin cadeau doet, maar ruilt voor een ander schilderij.

Het nieuwe schilderij dat Paul Gauguin ontvangt, is het schilderij dat nu, bijna 130 jaar later, binnen deze tentoonstelling in het Van Gogh Museum centraal staat!

Een onderzoeksteam onder leiding van Ella Hendriks heeft het schilderij de afgelopen jaren onder de loep genomen om uit te zoeken op welke wijze Vincent van Gogh te werk is gegaan, en om vast te stellen wat er sinds die tijd aan het schilderij is veranderd. Een aantal restauraties uit het verleden heeft zijn sporen nagelaten. Bovendien zijn de lichtgevoelige pigmenten in de loop der jaren van kleur verschoten. Na het doen van een aantal verftests is de verlichting van het museum aangepast naar een minder sterkere lichtintensiteit.

Met speciale röntgenapparatuur is nagegaan wat voor verdere stappen ondernomen moeten worden om het werk zo goed mogelijk te conserveren. Dit is naast de kwaliteit van de pigmenten afhankelijk van de weefdichtheid van het doek waarop is geschilderd. Men weet inmiddels precies welke schilderijen van Vincent van Gogh op linnen van dezelfde rol zijn geschilderd!

Een belangrijke conclusie van het onderzoek duidt, dat de conditie van deze Zonnebloemen ‘stabiel maar kwetsbaar’ is. Er is geen reden tot grote zorgen, maar om verdere achteruitgang te voorkomen, is besloten dat het niet meer uitgeleend mag worden aan andere musea. Het schilderij blijft voortaan veilig thuis in Amsterdam.

In deze tentoonstelling is het niet alleen van de voorkant, maar ook van de achterkant te zien. Dat is om de volgende reden interessant:

Het extra latje van Vincent.

Wanneer Vincent bezig is met zijn schilderij, komt hij erachter dat de bovenkant van de bloemen bijna tot bovenaan het kader komen. Dit stemt hem niet tevreden. Blijkbaar ziet hij het niet zitten om de schildering dusdanig aan te passen dat er meer ruimte boven de bloemen ontstaat. Hierop besluit hij het vlak waarop hij werkt te verlengen. Hij timmert een extra latje bovenop het raamwerk van het doek, vult de ruimte tussen het extra latje en het raamwerk op, en schildert over het latje heen. Nu we dit knutselwerkje (met duidelijk zichtbaar de spijkers die van Gogh er eigenhandig heeft ingeslagen) met eigen ogen kunnen aanschouwen is de horizontale naad bovenaan het schilderij ineens opvallender dan ooit. Maar ineens is het mooi: er zit een goed verhaal achter.

Na het schilderen van de zonnebloemen voor Gauguin maakt Vincent nog een aantal mentaal zeer zware perioden door. Slechts twee jaar later, op 37-jarige leeftijd komt er een tragisch einde aan zijn leven.

De portretten door Isaac Israëls

Terwijl van Gogh tijdens zijn leven nauwelijks iets verkoopt, neemt de interesse voor zijn werk kort na zijn dood snel toe. De weduwe van zijn broer Theo, Jo van Gogh- Bongers doet er veel aan om het werk onder de aandacht te brengen. Eén van de laatste schilderijen die ze verkoopt is het schilderij met de gele achtergrond, waarop Gauguin oorspronkelijk zijn zinnen had gezet. Schilder Isaac Israëls is weg van het werk, maar mag het niet kopen. Wel mag hij het twee keer lenen. Hij gebruikt het dan als achtergrond voor een aantal vrouwenportretten, die ook in de tentoonstelling te zien zijn. Uiteindelijk verkoopt Jo van Gogh-Bongers het schilderij aan The National Gallery in Londen. 

Alweer zonnebloemen? Ja alweer! Ze blijven namelijk interessant!
Van Gogh en de Zonnebloemen
Tot en met 1 September 2019
Van Gogh Museum
Amsterdam

Fashion Statements in Het Amsterdam Museum

Wel of niet Rokjesdag, Dress Down Friday, De Hoedenparade op Prinsjesdag… Het zijn fenomenen die veel zeggen over het belang van kleding in onze hedendaagse maatschappij. Met kleding kun je laten zien wie je bent, uitdrukken hoe je je voelt. Een statement maken!   In de tentoonstelling Fashion Statements in het Amsterdam Museum laten modekunstenaars Ninamounah, Patta, Marga Weimans, Bas Kosters, Art Comes First en Karim Adduchi zien wat zij willen uitdragen met hun ontwerpen. Verdeeld over vijf ruimtes worden hun creaties, gerelateerd aan historische kostuums uit de collectie van het Amsterdam Museum, getoond.   Ik ben niet heel erg goed thuis in de modewereld, de tentoonstelling is voor mij dan ook vooral een ontdekkingstocht, en tijdens de preview hang ik aan de lippen van conservator Judith van Amelsvoort.  

In een tijd waarin onze kasten uitpuilen van fast-fashion is het nauwelijks voor te stellen hoeveel werk men in de 18e en 19e eeuw had aan het maken van een kledingstuk. Stoffen werden – draad voor draad of paardenhaar voor paardenhaar – geweven. Vervolgens werden de stoffen onderdelen grotendeels zonder het gemak van een naaimachine, stevig in elkaar gezet. Pas in 1846 vond Elias Howe de naaimachine uit, maar deze werd toen nog niet volop gebruikt. Veel kleermakers zagen de machine als bedreiging voor de werkgelegenheid. De baleinen, een soort harde draden afkomstig uit de bek van de baleinwalvis, gaven stevigheid aan korsetten en hoepeljurken. Door de baleinen te verhitten met water, konden ze in de gewenste vorm worden geperst. Tegenwoordig worden in de mode nog steeds baleinen gebruikt, maar niet meer ten koste van walvissen. Men maakt ze nu van kunststof.   

Ontwerpster Ninamounah Langestraat geeft met haar collectie antwoord op de korsetten waarin vrouwen zich jarenlang snoerden om aan het heersende schoonheidsideaal – een wespentaille – te voldoen. In de zaal waarin zij exposeert, kunnen 200-jaar oude korsetten worden bewonderd en kan het publiek ook zélf een korset aantrekken, om aan den lijve te ondervinden hoe dat voelt. Ongeveer net zo beklemmend als hedendaags corrigerend ondergoed, kan ik inmiddels zeggen. Het Amsterdam Museum toont drie stukken uit Ninamounah’s ‘Evolve Around Me’, een collectie waarbinnen de menselijke dominantie over andere dieren centraal staat. Een situatie zoals die door de evolutie is ontstaan. Met het ‘catsuit-corset’ als knipoog naar de ouderwetse korsetten lijkt deze ontwerpster ons te willen tonen, dat mensen elkaar ook domineren. Of mensen zichzelf: waarom zou je jezelf anders in zo’n strak pakkie willen hijsen? Nee, dan liever de soepel vallende jurk met open bilpartij: lekker luchtig!   

Wil je toch ervaren hoe strak zo’n korset nou zit? Dat kan: Er is een aantal replica’s beschikbaar waarmee je je kunt uitleven: wel handig om assistentie mee te nemen. Ondergetekende werd overigens geholpen door een echte ondermode-expert! Voor de gelegenheid was Dirk-Jan List aanwezig. List is kostuumverzamelaar en op dit moment bezig met een promotie op het gebied van silhouet bepalende onderkleding.   

De extravagante Bas Kosters staat bekend om zijn kleurrijke ontwerpen en bijzondere motieven. Vaak vol humor, maar wél met een boodschap. Zijn serie ‘Permanent State of Confusion’ is vrijwel helemaal samengesteld uit hergebruikt materiaal. Een statement tegen de huidige consumptiemaatschappij.   

De duurzaamheid van Kosters is vergelijkbaar met die uit de achttiende eeuw. Gedragen Japonnen bleven vaak voor lange tijd in de familie en werden voor de volgende generatie vermaakt om te voldoen aan de nieuwe mode. Bijzondere motieven waren er in die tijd ook al: kijk maar eens naar het prachtige handgeschilderd patroon op de jurk hieronder.  

Van Karim Adduchi is een aantal ontwerpen uit zijn afstudeercollectie ‘She knows why the caged bird sings’ te zien. De kostuums, grotendeels bestaande uit kleurrijke handgemaakte matten ogen misschien kwetsbaar, maar zijn oersterk. Net als de Berberse vrouw, die hij met dit werk eert.   

Adduchi legt in ‘Fashion Statement’ een link met de ‘robe à la Française’, uit de achttiende eeuw. Deze klassieke japon benadrukt het destijds geldende schoonheidsideaal: een smalle taille en brede heupen. En als ik zeg breed, dan bedoel ik dusdanig breed, dat je bij mij thuis een kwartslag zou moeten draaien om door de deur te passen! Ook de ontwerpen van Adduchi zijn omvangrijk: de vrouw die binnen zijn werk centraal staat mag zeker gezien worden!  

Sommige schoenen zijn te duur en te exclusief om zomaar af te dragen… Edson Sabajo en Guillaume Schmidt van ‘Patta’ weten er alles van. Hun sneakers zijn vaak zo bijzonder, dat ze alleen als verzamelexemplaar worden aangeschaft. Er wordt misschien nog wel voorzichtiger mee omgesprongen dan met de zijden balschoentjes uit de negentiende eeuw, die alleen binnen werden gedragen.   

Tegenwoordig is zwart waarschijnlijk de meest gedragen kleur. Dit is niet altijd zo geweest. In de negentiende eeuw was zwart alleen voor de elite, voor geestelijken, bediendes, medici of voor mensen die in de rouw waren. Altijd al in verschillende tinten: afhankelijk van ondergrond en soort verfstof.   

Voor de ontwerpers van ‘Art comes First’ staat zwart voor de liefde. Liefde voor zwarte cultuur, zwarte muziek, zwarte mensen… Ze reizen graag en veel, en laten zich in hun ambachtelijke ontwerpen inspireren door een diversiteit aan culturen die zij tegenkomen. De monochrome* ontwerpen van ‘Art comes First’ bewijzen dat zwarte kleding niet saai hoeft te zijn.  *eenkleurige   Op mij maakt het monumentale werk van Marga Weimans de meeste indruk. Terwijl de dames uit de gegoede burgerij heupwiegend in hun mooie jurken rondparadeerden, werd de katoen voor hun kledingstukken verbouwd door slaven. Met bloed, zweet en tranen. Dat is dan ook de titel van haar collectie die ons de donkere kant van de mode uit de achttiende en negentiende eeuw laat zien.  

De jurken van Weimans zijn vaak ware sculpturen, waarvan je je nauwelijks kunt voorstellen dat een model ze op de catwalk heeft kunnen dragen. Ze maakt gebruik van stoffen, maar ook van tin, metalen en pur-schuim. Tijdens de ontwerpfase worden niet alleen schetsen gemaakt, maar soms ook maquettes! Niet alleen de mooie kant van fashion wordt door Weimans getoond, maar ook de keiharde tragische keerzijde van alle pracht en praal wordt getoond.   

Ontsnap aan de eenheidsworst van alle mega-modeketens in de Kalverstraat, en duik het steegje richting Het Amsterdam Museum in voor deze bijzondere tentoonstelling!   Fashion Statements Mode en identiteit, toen en nu. Tot en met 8 September 2019 Amsterdam Museum

PS: Eerder bezocht ik in Het Amsterdam Museum de tentoonstelling '1001 vrouwen uit de 20e eeuw'

Museumtips voor het Paasweekend

Komend weekend is het pasen. En omdat de lentetemperaturen nog even op zich laten wachten, is dat natuurlijk een mooie gelegenheid voor een (overdekt) cultureel uitje. De meeste musea die normaal op maandag zijn gesloten, openen op tweede paasdag hun deuren. 

Hendrik de Vrome en Katharina van Mecklenburg, Lucas Cranach
Hendrik de Vrome en Katharina van Mecklenburg, Lucas Cranach

Het Rijksmuseum in Amsterdam organiseert op 1 april een speciale familiedag met diverse gratis activiteiten zoals paaseieren zoeken in de prachtige museumtuin een quiz en een paascabaret. Je kunt ook met de hele familie de verkleedkist in duiken en daarna op de foto!

En als je dan toch in het Rijksmuseum bent, bezoek je natuurlijk ook de tentoonstelling High Society

Wie in Japanse sferen wil komen, bezoekt de tentoonstelling Mesdag & Japan. Het verre Oosten verzameld bij de Mesdag Collectie in Den Haag (niet te verwarren met Panorama Mesdag) en reist daarna uiteraard door naar Amsterdam voor de tentoonstelling Van Gogh & Japan die in het Van Gogh Museum kan worden bewonderd. Vooraf reserveren is hier aan te raden.

In de Nieuwe Kerk in Amsterdam kan nog tot en met 8 april worden getuurd in de Gazing Ball van Jeff Koons. Heel lang zul je hier waarschijnlijk niet doorbrengen, dus steek daarna het Damrak over om in de Beurs van Berlage de unieke tentoonstelling My name is Prince te bezoeken. Voor heel even kun je de in 2016 overleden superster weer levend wanen, en bovendien heel dichtbij laten komen. Wist je dat je met een VIP-ticket één van zijn gitaren mag vasthouden? Neem in je wandeling door het stadscentrum tot slot even het FOAM mee, waar de prachtige foto-tentoonstelling Human Nature nog steeds te zien is. 

Museum Catharijne Convent LINK in Utrecht organiseert ook een aantal bijzondere paasactiviteiten. Op het moment is daar de tentoonstelling Magische Miniaturen te zien, en tijdens het paasweekend kan iedereen van 8 jaar en ouder in het museum zelf een miniatuur maken. Ook zijn er bloemenwandelingen langs diverse schilderijen en miniaturen. Tijdens deze wandelingen leer je over de betekenis van op de kunstwerken afgebeelde bloemen. 

En als je dan toch in Utrecht bent is het misschien leuk om ook nog even het musea Van Speelklok tot Pierement te bezoeken, waar nog tot en met 8 april de tentoonstelling Vieze liedjes op deftige speelklokken is te zien. 

In De Kunsthal Rotterdam kan worden gereserveerd voor een paasbrunch . Daarna kun je gaan kijken naar de tentoonstelling Hyperrealisme Sculptuur die onlangs is geopend. 

Wie geen genoeg kan krijgen van realisme kan in het Drents Museum nog steeds de tentoonstelling The American Dream bezoeken. 

Ook in het oosten van het land tref je het Groninger Museum, waar tijdens de paasdagen een ei ontworpen kan worden. Ook is daar nog steeds de tentoonstelling De Romantiek in het Noorden – van Friedrich tot Turner te zien. 

Een heel fijn weekend!