De gemiddelde verblijftijd in een museum is volgens De Museummonitor ruim twee uur, om precies te zijn 124 minuten.
Stel dat je als bezoeker van Het Centraal Museum inderdaad twee uur aanwezig bent, houdt dat in dat je voor ieder kunstwerk een paar seconden kijktijd hebt. Dat is waarschijnlijk niet wat de kunstenaar voor ogen had toen maandenlang bloed zweet en tranen werden vergoten.
Uiteraard kost het meer tijd om een werk goed te bekijken, vandaar dat je keuzes moet maken (of heel vaak terug moet komen). Mijn ervaring is, dat een museumbezoek het meest interessant is, als ik een stuk of vijf werken per bezoek veel aandacht geef. Mocht je nou niet weten waar te beginnen? Laat je dan vooral bij de hand nemen. Wees niet bang: het is niet op een tuttige ‘ik-laat-je-wel-zien-hoe-het-moet-manier’. Het Centraal Museum daagt je uit tot de ‘Visual Thinking Strategy’: een methode die je beter naar kunst laat kijken. Door middel van deze methode observeer je de kunstwerken doordacht: alleen of samen, of naar aanleiding van de observaties van je voorgangers. Lees hier meer over de Visual Thinking Strategy. Je kunt gebruik maken van een boekje met vragen dat speciaal voor deze methode aanwezig is. Hierin kun je onder beschrijven wat er volgens jou binnen het kunstwerk gebeurt en waar je dat aan ziet. Ook kun je een boodschap achterlaten voor een volgend persoon.
Over ‘De aanbidding van de herders’, van Joachim Wtewael (1598) schreef een bezoekster: “Maria heeft geen voeten. Ze roert in een potje.” en: “Lees de opmerkingen van anderen. Het opent je ogen. De titel zegt lang niet alles.”. Goede tip! En zeker een reden om het Centraal Museum (weer) eens te bezoeken.
Deze strategische manier van kijken lijkt trouwens erg op de manier waarop mijn kunstgeschiedenislessen verlopen. Uiteraard spui ik een aantal kunsthistorische feiten, maar eerst laat ik mijn leerlingen kijken, voelen en benoemen. En soms wordt dan iets opgemerkt dat mij zelfs nooit eerder was opgevallen! Wist je dat de borsten en buik van de dame op Monet’s ‘Dejeuner sur l’herbe’ op het hoofd van een kikker lijken?
Een andere manier waarop je kunst goed op je in kunt laten werken is door te vergelijken. In het Mauritshuis hangen momenteel twee schilderijen, van verschillende kunstenaars maar met hetzelfde thema, in dezelfde ruimte. Het schilderij ‘Soo voer gesongen, soo na gepepen’, rond 1665 geschilderd door Jan Steen is bezit van het museum. Van Het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen mocht Het Mauritshuis de variant van Jacob Jordaens uit 1638 lenen: ‘Zoals de ouden zongen, zo piepen de jongen’, houdt het werk van Steen tijdelijk gezelschap. En dat is leuk: als ze zo naast elkaar hangen, is direct te zien dat de het schilderij van Jan Steen veel schetsmatiger is opgezet dat het werk van Jordaens. De figuren zijn ook minder geordend. De ruwe toets en de op het oog willekeurige plaatsing van de personen draagt bij aan de typisch gezellige rommeligheid die de meesten wel van hem zullen kennen: het ‘huishouden van Jan Steen’.
Er zijn meer verschillen én overeenkomsten. Jordaens heeft de titel van het schilderij in het interieur verwerkt. Steen laat de aanschouwer iets beter kijken: Op het papier dat de oude dame aan rechts in haar handen houdt staat de titel geschreven. Op beide schilderijen is een doedelzakspeler te zien. De doedelzak stond doorgaans voor losbandigheid en luiheid en is een minderwaardig instrument: wie dit bespeelde was van lagere sociale klasse. Als je zelf even geen bijzonderheden meer ziet, kun je weer op weg worden geholpen. De interactieve schermpjes onder het schilderij van Jordaens geven hints en lichten een aantal elementen die het vergelijken waard zijn uit.
Verder worden er in de meeste musea rondleidingen gegeven. En die zijn lang niet altijd onbetaalbaar. Als je op tijd bent, kun je vaak zelfs gratis worden rondgeleid. Bijvoorbeeld op donderdagmiddag in Het Van Goghmuseum en op zondagmiddag in het Stedelijk Museum. Vooral bij tijdelijke tentoonstellingen vind ik dat fijn: je hebt dan immers vaak maar beperkt de tijd om het werk keer op keer zelfstandig te bezoeken. Fijn als de expert je op bijzonderheden wijst!