Een Instagrammer avant la lettre, zo wordt Rembrandt van Rijn getypeerd door kunsthistoricus Erik Hinterding, één van de makers van de nieuwste tentoonstelling van het Rijksmuseum. “Rembrandt liet heel veel van zichzelf zien. Hij maakte niet alleen tientallen selfies, als oefening om het portretschilderen en -etsen goed in de vingers te krijgen, maar gebruikte ook zijn omgeving als slachtoffer. Vrienden, buren, zijn ouders… maar ook zijn echtgenote Saskia in de slaapkamer”. Rembrandt kende weinig gêne en was niet te stoppen. Van het omvangrijke oeuvre dat hij bij elkaar etste, tekende en schilderde bezit het Rijksmuseum er het meest. En voor het eerst in de geschiedenis toont het al deze schatten aan het publiek in de tentoonstelling Alle Rembrandts.
Rembrandt was anders dan zijn tijdgenoten. Zijn waanzinnig verfijnde techniek zette hij niet in om gelikte plaatjes te schilderen, maar om de rauwe werkelijkheid op doek of papier te vangen. Echte mensen: soms vol vreugde, een andere keer verdrietig, en altijd inclusief hun imperfecties.
De carrière van Rembrandt ging van start in zijn geboorteplaats Leiden, waar hij in 1612 op vijftienjarige leeftijd voor drie jaar in de leer ging bij schilder Jacob Isaacz van Swanenburg. Na nog een half jaar de kunst te hebben afgekeken bij Pieter Lastman, richtte hij zijn eigen werkplaats op. Zoals gebruikelijk was in de zeventiende eeuw, waren in de vroege werken van Rembrandt zeker elementen van zijn leermeester te ontdekken. Maar al snel werd duidelijk dat hij ervoor koos vooral zijn eigen koers te varen.
In het eerste deel van de tentoonstelling Alle Rembrandts is te zien hoe goed Rembrandt kon observeren. Talloze pentekeningen, etsjes en schilderijtjes tonen gedetailleerde gezichtsuitdrukkingen en lichaamshoudingen van Rembrandt zelf, zijn familieleden, en mensen op straat. Veel van de expressieve koppen zijn in latere monumentale schilderijen van Rembrandt terug te herkennen. Zo is de Buste van een man in Oosterse kleding (1635) naar alle waarschijnlijkheid gebaseerd op een studie van zijn vader. Erg vermakelijk zijn de portretjes waarvoor Rembrandt in de spiegel poseerde: lachend, fronsend, met opengesperde ogen en met open mond.
Zijn verhalende schilderijen, vaak met een Bijbels thema, komen in het tweede gedeelte van de tentoonstelling aan bod. Zoals in het aandoenlijke Tobit en Anna met het bokje (1626), dat gezien wordt als het eerste meesterwerk van Rembrandt. Anna, die de kost verdient, krijgt op een dag als bonus een bokje mee naar huis. Haar blinde echtgenoot, de vrome Israëliet Tobit denkt aanvankelijk dat Anna het dier gestolen heeft, waarop hij haar vals beschuldigt. Het moment waarop hij inziet dat hij fout zit, heeft Rembrandt in dit schilderij weten te vangen. Als aanschouwer hoeven we ons niet af te vragen hoe het echtpaar zich voelt: de spijt van Tobit en de verontwaardiging van Anna spatten van het doek. Maar er is meer: het gebroken ruitje en het bladderende pleisterwerk op de achtergrond verraden dat Tobit en Anna het niet breed hebben. Ooit was dat wel het geval: we kunnen dat zien aan de mantel van Tobit: deze is vies, maar wél van bont. Het contrast tussen licht en donker benadrukken het dramatische, zoals we dat ook uit het theater kennen.
Drama treffen we ook in de ets De Engel verschijnt aan de herders (1634). Rembrandt snapte dat het lied ‘De herdertjes lagen bij nacht in het veld en daar hoorden ze engelen zingen’ een toch wat al te ingetogen vertolking was van wat de herders rond de geboorte van het kindeke Jezus overkwam. Want hoe reageer je als de hemel opensplijt en een aantal helverlichte vreemde figuren je van bovenaf begint toe te spreken? Juist: je schrikt je een ongeluk! De herders in de ets van Rembrandt deinzen dan ook geschrokken achteruit, tuimelen omver of rennen weg. De koeien en schapen doen hetzelfde.
Om deze tentoonstelling goed te kunnen beleven, moet je echt de tijd nemen. Even snel afvinken is er bij Alle Rembrandts niet bij. Vanwege de omvang, maar vooral vanwege de minutieuze etsjes, die het verdienen om er met je neus op te staan en heel goed te kijken! Een suppoost verzucht: “Het is razend knap wat die Rembrandt heeft geflikt, maar voor ons wordt het de komende tijd opletten geblazen”. Alle Rembrandts is alweer de vijfde tentoonstelling in Nederland die in het teken staat van het Rembrandtjaar 2019. Er zullen er nog zeven volgen. Krijgen we dan nooit genoeg van Rembrandt? Directeur Taco Dibbits haalt een citaat van kunsthistoricus Simon Schama aan: “Is it possible to have too much Rembrandt? Can you have too much love, wisdom, fine weather? No, you can’t.”
Tickets voor de tentoonstelling zijn te koop via de website van het Rijksmuseum en worden per tijdblok verkocht. En heel fijn: er geldt geen toeslag op de reguliere prijs voor een museumticket, ook niet voor houders van de Museumjaarkaart
Er is een publicatie bij ‘Alle Rembrandts’ verschenen in de vorm van een meeslepende biografie. Deze kost € 25.
ISBN 978-94-6208-474-2